MAANDBLAD VAN DE VEREENIGING 5 Redacteur: A. F. CHEL No. 156 Aug. 1936 Zestiende Jaargang REDACTIE-COMMISSIE: A. de Voogd - J. D. Lehmacher VEREENIGINGSNIEUWS Nieuwe leden Mejuffrouw R. de Winter, effecten-afdeeling. ZWEMMEN Deze laatste twee prijzen zijn wisselbekers, die door ons of driemaal achter elkaar öf vijfmaal in totaal gewonnen moeten worden, willen zij in het bezit der vereeniging blijven. Stel U nu eens het laatste geval voor, dan kan de vereeni ging eerst over vijf jaar de bekers definitief bezitten. In onze nu bestaande Estafetteploeg zijn drie zwemmers, die tegen de 30 zijn of ouder, hetgeen zoo'n beetje de veteranentijd is Bovenstaande regels werden geschreven door zwemleider Vliek in het jubileumnummer van Ermezo van Mei 1930, naar aanleiding van het voor de eerste maal winnen van de beide wisselbekers. Natuurlijk schreef hij in dat artikel nog veel meer, o. a. dat het hoog noodig was dat jongeren de zwemploeg kwamen versterken. Maar dit laatste is niet gebeurd en dus bleef de oude garde. Reeds het volgende jaar legde zij voor de tweede maal beslag op de bekers en het begon er aardig naar uit te zien, dat zij het daaropvolgende jaar de bekers voor goed voor Ermezo in de wacht zou sleepen. Maar het volgende jaar werden de wedstrijden niet gehouden Wel bleven de bekers toen waar ze waren, echter niet in definitief bezit. Het zou Juli 1936 worden voor aleer er weer om gestreden werd, nu onder de auspiciën van de Federatie van Rotterdam- sche Bedrijfs-Zwemvereenigingen. Inmiddels waren onze zwemmers dus weer 5 jaar ouder geworden en zag het er dus donker voor ons uit. Zij hadden reeds eerder blijk gegeven niet veel meer voor wedstrijdzwemmen te voelen, waardoor de O. Z.-plaquette, die wij ook nog maar één keer behoefden te winnen, ons ontgaan was. Zouden de bekers dezelfde kant uitgaan? Maar neen, dat was ook hun te kras. Zij zouden nog eens een poging wagen. Maar zij hadden hulp noodig en dus togen zij op zoek. De Voogd bleek met vacantie te zijn; Van Oosterhout, die al eens kennis gemaakt had met de ziekte van Weil, durfde in de Wilgenpias niet uit te komen; De Man stemde toe en de andere jongeren waren niet snel genoeg. Toen ging men het „hoogerop" zoeken. Dertig jaar of daaromtrent is, volgens Vliek, zoo'n beetje de grens. Maar een vier-en-veertig jarige niet-wedstrijdzwemmer werd aangezocht en bleek bereid de zwemploeg te komen aanvullen. En 't is een succes geworden. Mede dank zij de medewerking van onzen oud-voorzitter en eerelid Van Vessem, slaagden wij er in de beide bekers defini tief, want driemaal achtereen, te winnen. Hulde aan Van Vessem, hulde aan Vliek, Van Drimmelen en Buisman. Hulde ook aan De Man, het was niet zijn schuld dat onze ploeg in dat estafettenummer niet aan den kop ging. De schoolslag ligt Van Drimmelen niet en hij had bovendien pas met succes een baantje „vrije slag" getrokken. Een extra woord van lof komt nog toe aan Buisman, die een vrij zekeren eersten prijs op het persoonlijke nummer rugzwemmen liet loopen om zijn krachten te sparen voor het direct daarna te verzwemmen estafette nummer. Maar toen was het dan ook een lust hem bezig te zien. En nu onze dames zwemsters. Zij zullen het mij hopelijk wel vergeven dat ik eerst de heeren besproken heb. Hier geen klinkende overwinningen, maar des te meer enthousiasme en moed om, niettegenstaande de zeer geringe kans op een over winning, toch mee te willen doen. Daaraan kunnen de heeren nog een lesje nemen. Zij mochten ook nu nog niet het ge noegen smaken een prijs te veroveren, maar toch was de achterstand op de winnaressen aanmerkelijk minder dan een vorige keer. Regelmatiger trainen, dames, dan komt het best in orde. De aanhouders winnen. Onze damesploeg, welke de eenige „bankploeg" was die uitkwam, bestond uit de dames Engels, Hoorman, Uiterlinde en Winkelman. Wij verheugen ons over de door de heeren behaalde over winning, maar zouden ons nog veel meer verheugen, indien het in deze wedstrijden door de ouderen gegeven voorbeeld een aansporing zou blijken te zijn geweest voor de jongeren. Komt, boys, laat zien dat ook jullie nog courage hebt. DE BOOTTOCHT U bedoelt onze boottocht? Vroeger geheten onze jaarlijkse boottocht? Ja, die heeft plaats gehad op Zaterdag 25 Juli. Hoe hij geweest is? Wel, in één woord schitterend, uitstekend ge slaagd. Hiermede zou kunnen worden volstaan, doch u wilt er nog iets meer van weten? Dat kan! Nu moet u weten, dat er enige vertraging ontstond, doordat een tram uit de Westerse binnenlanden wat later kwam, zodat vanzelf de boot eerst om kwart voor drie het ruime sop kon kiezen. Over de boot gesproken, een aardig bootje hadden wij van de „Spido", de „Prinsesseplaat". De „Spido" had zijn best gedaan door het bootje met vlaggetjes te voorzien, waaronder natuurlijk enige in de verenigingskleuren. Waar wij naar toe gingen? Hebt u dan niet in de circulaire en op de borden gezien, dat het doel was de historie-stad Den Briel, of, als u het beter vindt, Brielle? Langs Maas en Botlek wonnen wij gestadig terrein, zodat wij te circa 5 uur voor de poorten van Den Briel stonden. Enige ophaalbruggen, enige sloppen, enige hofjes voerden ons ten slotte naar de beroemde kerk, waar wij onze eerste stelling innamen. De troepen werden bijeengeroepen en een aanval op de Brielse toren werd ondernomen, met gunstig resultaat. Een mooi panorama, begunstigd door een lekker zonnetje en wonder boven wonder zonder wind, was de wel verdiende beloning voor de geleden ontberingen langs een smalle trap van ruim 300 treden. Om ruim 6 uur hebben wij deze stelling prijs gegeven, niet om te vertrekken, doch om een betere in te nemen. U begrijpt me niet? Wel, het is toch nogal eenvoudig. Wij hebben on-

Personeelsbladen ABN AMRO Art & Heritage

R. Mees & Zoonen - Ermezo | 1936 | | pagina 1