Ruilmiddel "Waard
emefer.
17e JAARGANG No. 3
15 MAART 1941
Primitieve volken ruilen waren tegen waren.
De visscher ruilt zijn visch tegen het hout van
den houthakker en het wild van den jager. Op
hun beurt ruilen de houthakker en de jager
met de twee anderen. Wordt de maatschappij
ingewikkelder, dan geeft het steeds grooter
wordende aantal ruilcombinaties veel last. Al
lengs wordt een door ieder gewild artikel de
algemeen erkende ruilstandaard. Welk dat
artikel is, hangt af van de omstandigheden
waaronder het volk leeft. In Oud-Egypte was
het koren. De Indianen op Manhattan (thans
New York) gebruikten kralen van schelpen
vervaardigd, die zij „wampun" noemden. De
eerste Hollandsche kolonisten van Nieuw Am
sterdam gebruikten ze bij gebrek aan beter
ook; bij verbastering spraken zij van „zee-
want Doordat Nieuw-Nederland een pels
jagerskolonie was, werd later geruild met be
verhuiden.
In West-lndië, land van cultures, gebruikte
men koffie, katoen, hout, suiker. Suiker is
zelfs officieel ruilmiddel geweest. In Suriname
werd het gebruikt tot 1750 ongeveer en op
St. Eustatius nog veel langer. Aanvankelijk
was de waarde van een pond suiker 2 stuiver,
later gewoonlijk 1 stuiver.
Aan al deze primitieve ruilmiddelen kleven
natuurlijk groote bezwaren. Zij zijn meestal
lastig in de behandeling en vergankelijk. Ook
zijn zij dikwijls niet deelbaar. De waarde van
zeewant berust op de verbeelding van de
wilde stammen, maar helpt den Europeaan
niet in zijn ruilverkeer met het moederland.
Daarom heeft men reeds zeer vroeg gezocht
naar een ruilmiddel, dat gemakkelijk is in de
behandeling, voor deeling vatbaar is, een
vaste waarde heeft en niet gemakkelijk ver
gaat. Zulk een ruilmiddel heeft men gevonden
in het metaal.
De Romeinen, oorspronkelijk een landbou
wend en veeteelend volk, gebruikten vee.
Eigenaardig is het dan ook, dat het oudste
Latijnsche woord voor geld, pecunia, met
pecus, vee, samenhangt. Daarna benutten zij
ruwe stukken koper, die bij het gewicht in
betaling gegeven werden. De zesde koning
van Rome, Servius Tullius, (c.a. 550 v. Chr.)
Links,:
'/6e van een pilaar
dollar.
Rechts
2 Spaansche matten
of pilaardollars.
VASTEMEDEWERKERS:W. Bakker Jv. d. Berg, S. J. Bierema (secr.), F. W. Drijver Jr., J. M. F Everling (red)
Egkendrnjn, Ft. de Goede, G. Heidstra, C. A. Klaasse, M. E. Fr. Klinkenberg!,, M. K. Kraan, W j Krulkê-
meier (adm.), H. Kuiken, A. Leewens, F. Niewenhuis, J. E. v. Ooijen M. C. Overhern W rl., P„ I -n
A. Porcelijn (red.), F. J. Schrammeijer, A Simons, C. H. L. Smit (secr.), J. R.Uhlhorn (secr.), A. W. Unkel,
Is. Vorst, Mr. A. Wensing.