lhnic<di§§o*Bd)inik Niieiuims
lEigeim iuiiiig<a\in><sini.
170
OPENING ZEEUWSCHE KANTOREN.
Met ingang van 2 December 1940 werd door
de Incasso-Bank N V. overgenomen het be
drijf van de N.V. Hendrikse Co.'s Bankiers-
en Effectenkantoor en dat van het Bankiers-
en Effectenkantoor van Waesberghe N.V.,
met ingang van 9 December dat van Van
Heel Co. N.V., in verband waarmede bij
kantoren werden geopend te
MIDDELBURG, HOUTKADE 11.
Tot directeur werd benoemd de heer D. F.
P. Hoegen, tot onderdirecteur de heer
W. Bakker Jr., tot algemeenen procuratie
houder de heer J. H. Modderkreke, en tot
procuratiehouder met bijzondere volmacht de
heeren D. Taal en A. de Leeuwen.
GOES, BEESTENMARKT 8.
Tot directeur werd benoemd de heer J. La-
port.
GOES, KLOKSTRAAT 9.
Tot directeuren werden benoemd de heeren
A. J. van Heel en Mr. A. L. W. van Heel, tot
procuratiehouder met bijzondere volmacht de
heer Joh. Versee.
Het ligt in de bedoeling de beide kantoren te
Goes zoo spoedig mogelijk tot één kantoor
te vereenigen.
SLUIS, KAAI 15.
Tot directeur werd benoemd de heer W. J.
M. Hoegen, tot procuratiehouder met bijzon
dere volmacht de heer R. H. J. Grahame.
HULST, MARKT C 25.
Tot directeur werd benoemd de heer W. L.
J. M. van Waesberghe, tot procuratiehouder
met bijzondere volmacht de heer O. A. L. J.
van Aerde.
OOSTBURG.
Bij dit correspondentschap werd benoemd tot
procuratiehouder met bijzondere volmacht de
heer H. P. Chr. van der Vleuten.
IJZEN DUKE.
Bij dit correspondentschap werd benoemd tot
procuratiehouder met bijzondere volmacht de
heer A. G. Calon.
AXEL.
Bij dit correspondentschap werd benoemd tot
procuratiehouder met bijzondere volmacht de
heer F. Schauwaert.
VERDERE BENOEMINGEN.
Benoemd werd tot algemeenen procuratie
houder bij het Hoofdkantoor, de heer J. M.
W. Oostenbrink, tot procuratiehouder met
bijzondere volmacht bij het Hoofdkantoor, de
heer G. M. de Langen Wendels.
GIDS VOOR HET NEDERLANDSCHE
CLEARINGVERKEER.
Naast onze brochure „De Deviezenbepalin-
gen voor de practijk ontleed" is thans de
derde publicatie van ons deviezenbureau
„Gids voor het Nederlandsche Clearingver-
keer" verschenen. Nu een steeds grooter deel
van hei internationaal betalingsverkeer van
ons land over clearingen wordt afgewikkeld
en daardoor de draagwijdte van de Deviezen-
verordening 1940 (waaraan immers de clea-
ringbetalingen door art. 3 dier verordening
zijn onttrokken) steeds geringer wordt, is het
nuttig de voorschriften, die het clearingwezen
beheerschen afzonderlijk te behandelen.
In het eerste gedeelte der brochure wordt de
plaats, die het clearingverkeer in de interna
tionale betalingsregeling inneemt, toegelicht
en vooral het verband gelegd tusschen clea
ring en deviezenvoorschriften. Voorts worden
de voorschriften die voor de onderscheiden
clearingen gelden, naar wezen en doel ge
analyseerd.
In het tweede gedeelte worden voor hen, die
in de practijk met de uitvoering der clearing-
bepalingen hebben te maken, de verschillende
voorschriften beknopt, schematisch en over
zichtelijk gerangschikt per land, terwijl een
klapper het naslaan vergemakkelijkt.
NEDERLANDSCHE OVERHEIDS-
OBLIGATIËN. VII.
Begin December verscheen de 7e uitgave
van de brochure „Nederlandsche Overheids-
obligatiën" van de Economisch-Statistische
Afdeeling. Zij bevat weder dezelfde gegevens
die ook in de laatste nummers werden ver
strekt: de koersen, waarbij de onderschei
dene obligatiën 3)4 4^2% enz. tot
en met 7% rendement geven, de gemiddelde
looptijd der leeningen en een aanduiding van
de aflossingsvoorwaarden. De brochure blijkt
in geheel Nederland een plaats gevonden te
hebben op de schrijftafels van hen die zich,
uit hoofde van hun functie, met het vraag
stuk van belegging in obligatiën bezig hou
den.