VACANTIE IN i9»o
129
VASTE MEDEWERKERS: W. Bakker, J. v. d. Berg, S. J. Bierema (secr.), F. W. Drijver Jr., J. M. F. Everling (red
G. Eijkenduijn, H. de Goede, G. Heidstra, C. A. Klaasse, M. E. Fr. Klinkenbergh, M. K. Kraan, H. Kuiken,
A. Leewens, F. Niewenhuis, J. E. v. Ooijen, M. C. Overberg, W. du Pon (red.), A. Porcelijn (red.),
F. J. Schrammeij'er, A. Simons, C. H. L. Smit (secr.), J. R. Uhlhorn, A. W. Unkel, ls. Vorst, Mr. A. Wensing.
Neen, ik denk niet, dat velen zich dit voor
jaar aan het maken van vacantie-plannen
hebben overgegeven!
Ik geloof zelfs, dat wij zoo zeer vervuld waren
van de overrompelende gebeurtenissen, die
zich afspeelden, dat wij ons er nauwelijks
van bewust zijn geweest, hoe de natuur die
dagen, als had zij na den langen strengen
winter iets goed te maken, zich uitputte om
ons een voorzomer te bereiden van zulk een
stralende schoonheid, als wij dit vele jaren
niet beleefd hadden.
Dankbaar zijn we er niet voor geweest, want
het is ons toen vrijwel ontgaan, en hoogstens
herinneren we ons thans met eenigen wrevel,
hoe feestelijk de natuur zich tooide, toen de
rampspoed zich aan het voltrekken was.
Hetzelfde schrille contrast beleefden wij reeds
het vorige jaar, toen aan het einde van den
zomer, terwijl nog tal van vacantie-gangers,
verrast met een uitzonderlijk fraai weer, zich
opmaakten om deze onverwachte weldaad
uit te buiten, de toestand zich begon toe te
spitsen en de volkeren in steeds sneller tempo
de onafwendbare catastrophe tegemoet
gingen.
Hoe versch ligt mij nog in het geheugen
een wat late zomer, waarin nu letterlijk alles
wat aan zomerweelde denkbaar is, ten toon
gespreid werd, en onze door de militaire
maatregelen gedwongen overhaaste aftocht
naar huis, waar we de verdere vacantie-
dagen in intense spanning den loop der ge
beurtenissen volgden.
En de hemel kon nóg zoo strak blauw zijn,
de zon kon nóg zoo heerlijk koesteren, voor
ons was de aardigheid er volkomen af!
Maar al had de dramatische beslissing, waar
aan wij, als zoo velen, tot het laatste oogen-
blik niet hadden geloofd, ons geschokt, we
hadden toch voldoende optimisme behouden
om ons zelve een volgende vacantie „onder
betere omstandigheden" in het vooruitzicht
te stellen, niet vermoedende, dat vóór het
zoover was, ook ons eigen land in den wervel
van de oorlogsrazernij zou zijn meegesleurd!
Neen, vacantie-plannen zijn er dit voorjaar
wel niet gemaakt.
En ook toen we ons na de noodlottige Mei
dagen begonnen te herstellen, en het nor
male leven oogenschijnlijk weer gewoon
voortgang vond, kon de gedachte aan vacan
tie ons moeilijk warm maken. Wie heeft er
aanvankelijk zelfs aan vacantie gedacht?
Och, ik geloof, dat we ons allemaal wat
„groggy" gevoeld hebben en dat bij de mees
ten onzer de ware lust ontbrak.
Dat wij ten slotte uit dezen lethargischen ge
moedstoestand ontwaakten en het vacantie-
rooster, zij 't nog al eens gewijzigd, tóch
afgewerkt werd, kwam misschien wel omdat
de overweging, dat zoo veel mogelijk „ge-
16e JAARGANG No. 10
15 OCT. 1940