Betaling met ree in «I geld
MAANDBLA d_v oor het personeel der incasso-bank N.V.
SEPT. 1938
14e JAARGANG No. 9
Adres Redactie: AFP. B I J K A n"t"ÖrËN~- H e e r e n g r a c h t 527 - A AAS TjjDAM-C.
1
Behalve de in het artikel „Wissels in Vreemd
Geld" besproken moeilijkheden, die zich bij
de omrekening van zulke wissels tot de
officieele noteering kunnen voordoen, zijn er
andere bezwaren, welke toen niet of slechts
terloops zijn genoemd.
Als regel zal de wisseldebiteur er de voor
keur aan geven in vreemd geld te betalen,
omdat hij dat zelf wil aankoopen, liefst bij
zijn eigen bankier, en op een tijdstip, dat
hem goeddunkt. Vaak dekken importeurs,
die in vreemde valuta goederen koopen,
deze vreemde valuta in op het moment, dat
zij de goederentransactie afsluiten, zoodat
vaststaat, wat de te importeeren goederen
hun in guldens kosten. Het komt ook voor,
dat de wisseldebiteuren zelf regelmatig be
talingen in vreemd geld ontvangen. Zij reser-
veeren dat dan voor de honoreering van de
wissels, die zij hebben te betalen, en voor
komen zoodoende het onnoodige aan- en
verkoopen van de vreemde valuta.
Van anderen aard zijn de moeilijkheden,
waarin de bank wordt gebracht, die voor
rekening van derden vreemde wissels incas
seert, en guldens als betaling zou ontvangen.
De (meestal buitenlandsche) lastgever stelt
geen prijs op het ontvangen van guldens als
opbrengst van het incasso. Hij wil het nomi
nale bedrag van zijn papier ontvangen in de
oorspronkelijke valuta, en zonder koersver
schil.
Stel nu, dat een bank te Amsterdam een wis
sel in Fransche francs aan zijn correspondent
in de provincie ter incasso heeft gezonden.
De wissel wordt omgerekend en in guldens
betaald tot een koers van 5.02. Na twee of
drie dagen ontvangt Amsterdam het bericht
van de betaling, en er kan tot overmaking
van het provenu naar den buitenlandschen
opdrachtgever worden overgegaan. Deze
verwacht remise in francs. Is nu de koers in
middels opgeloopen tot 5.05, dan kost het
de incasseerende bank een koersverlies van
dertig cents op iedere 1000 francs, om aan
het verlangen van zijn lastgever te voldoen.
De koers voor Fransche francs had in dit
tijdsverloop natuurlijk ook kunnen dalen, en
de bank zou dan koerswinst hebben gemaakt.
Het incassobedrijf mag echter niet verbon
den zijn met een speculatie in vreemde
valuta. Kansen op valutawinst, doch evenzeer
op valutaverlies, behooren daar niet bij.
De omrekening van vreemde wissels en de
betaling in guldens heeft, om al de besproken
redenen, langzamerhand plaats gemaakt voor
de betaling in de oorspronkelijke, „effec
tieve" valuta. De verschillende manieren,
waarop dat kan gebeuren zijn het verdere
onderwerp van onze bespreking.