G«..J
mijnaan
Jeelen als Lel
0<I<I111<I
M
A ANDBLAD VOOR HET PERSONEEL DER INCASSO-BANK N.V.
14e JAARGANG No. 8
AUG. 1938
A d res Redactie: AFD. BIJKANTOREN - Heerengrac hj_527__- AMSTERDAM-C.
VASTE MEDEWERKERS: W. Bakker, G. J. v. d. Berg, J. v. d. Berg, S. J. Bierema (secr.), F. W. Drijver Jr. J. M. F.
Everling (red.), G. Eijkenduijn, H. de Goede, G. Heidstra, C. A. Klaasse, M. E. Fr. Klinkenbergh, M. K. Kraan,
F. Niewenhuis, J. E. v. Ooijen, M. C. Overberg, W. du Pon (red.), A. Porcelijn (red.), Mr. W. A. Rijk, F. J.
Schrammeijer, A. Simons, C. H. L. Smit (secr.), A. W. Unkel, Is. Vorst, Mr. A. Wensing.
Door de introductie van certificaten der aan-
deelen Sub Nigel Ltd. heeft onze bank de
aandacht van den belegger voor goudmijn-
aandeelen gevraagd. Deze categorie fondsen
was voor ons Nederlandsche publiek aller
minst onbekend. Om te beginnen hebben wij
een paar Indische goudmijnen in de Prijs
courant, en vervolgens werden reeds eenige
jaren geleden certificaten tegen een depot
van 6 Zuid-Afrikaansche goudmijnwaarden
aan onze beurs geintroduceerd. Maar als be
leggingsmateriaal was deze categorie papie
ren tot nu toe feitelijk door ons Nederland
sche publiek uitermate stiefmoederlijk behan
deld. Terecht of ten onrechte?
Wanneer men de vraag stelt of deze fond
sensoort als belegging in aanmerking mag
komen, dan moet het antwoord luiden, dat
zulks volkomen afhangt van den aard van
het bedrijf. Er zijn mijnen, waarbij de explo
ratie en exploitatie nog zooveel verrassingen
kan opleveren, dat de aandeelen zeer zeker
niet als beleggingsmateriaal in aanmerking
komen. Aan de Londensche beurs worden
een heele reeks aandeelen van de categorie
non-producers" verhandeld, en deze papie
ren, waaronder bv. de beruchte Westwits een
vooraanstaande plaats innemen verheugen
zich in hooge mate in de belangstelling der
speculatie. Een tegenpool van deze waarden
vormen de aandeelen van ondernemingen,
die volkomen „doorgeëxploreerd" zijn, en
waarvan op grond van de huidige weten
schappelijke methoden de ertsreserven met
door C. A. KLAASSE.
bijna mathematische zekerheid zijn vast te
stellen. Deze fondsen kan men beschouwen
als te vertegenwoordigen een ondergrondsche
voorraadschuur van een zeker kwantum goud,
waarvan regelmatig een gedeelte boven den
grond wordt gebracht, zoodat de koers bijna
zuiver een contante waarde van de te ver
wachten productie is. Deze fondsen kan men
zeer zeker als beleggingsmateriaal beschou
wen en wel op grond van de hieronder nog
nader uiteen te zetten motieven, als papier,
dat relatief wellicht heel wat steviger fundee
ring heeft dan menig door de traditie tot be
leggingsaandeel" geclassificeerd fonds. Daar-
tusschen in bevinden zich dan de onderne
mingen, die reeds regelmatig produceeren,
maar toch nog een ruim veld voor exploratie
mogelijkheid hebben, de papieren „waar mu
ziek in zit", zonder dat ze tot de categorie
der pure „gamble" moeten worden ge
rekend, zooals de non-producers. In deze
groep valt bv. de Brakpan te noemen.
De eerste eisch, die men aan een beleg
gingspapier pleegt te stellen is, dat het een
regelmatig, niet te sterk flucteerend, rende
ment afwerpt. Nu nemen goudmijnonderne
mingen in dat opzicht wel een uitzonderlijk
gunstige positie in. Waar vindt men in andere
bedrijfstakken de zekerheid, dat steeds voor
de heele productie vaste koopers zijn te vin
den, die onafhankelijk van den omvang van
het aanbod constant denzelfden prijs betalen?
In elk ander bedrijf moet men het aanbod aan
de vraag aanpassen, en dan nog loopen