Tien vragen aan Mr A.R.P. Dorleijn Nieuw Hoofd Regionale Personeeldienst Amsterdam N S Kandidaatstelling voor 2 vakatures in de O.R. Leasing: ook voor de particulier? in dit nummer 20 zicht op de baan - zicht op het werk 1. Kunt u ons een korte levensbe schrijving geven In 1943 werd ik geboren te Haar lem. Vier jaar later verhuisde ik naar Indonesië waar ik 7 jaar zou doorbrengen. Mijn middelbare schooltijd heb ik in Nederland doorgebracht. Daarna heb ik in Amsterdam een paar jaar politieke en sociale wetenschappen gestudeerd. Hoewel die studie mij heel erg boeide ben ik er toch mee opgehouden: ik vond dat er teveel hoofdvakken tegelijk in behandeld werden. Vervolgens ging ik in mili taire dienst; ik heb gediend bij de geneeskundige troepen. Daarna pas, ik was toen 25 jaar, ben ik met mijn rechtenstudie begonnen. Tijdens die studie heb ik nogal wat baantjes aangepakt, van het sjouwen van postzakken op het Centraal Station tot het tikken van groene kaarten bij een verzekeringsmaatschappij. In 1970 kwam ik als werkstudent bij BMH. In 1971 ging ik hele dagen werken als A-trainee, om op die manier opgeleid te worden voor een functie bij de Personeeldienst Dit duurde tot 1972, ik studeerde af en kwam te werken bij de Perso neeldienst te Amsterdam. Door een reorganisatie verdween ik daar echter al na 4 maanden, waarna ik terecht kwam in het operationele effectenbedrijf. Ik heb daar onge veer 2 jaar gewerkt. Toen werd ik Cwip-analist, voor een periode van ongeveer VA jaar. Vervolgens werd ik, het was toen eind 1976, Cwip- teamleider. Deze functie werd door mij vervuld tot eind 1978. De Cwip- periode was een heel leerzame pe riode. Ik heb toen het bedrijf goed leren kennen. De laatste twee jaar heb ik doorgebracht binnen het Directoraat Effecten, als stafmede werker. 2. De stap van een staffunctie in het Directoraat Effecten naar de Perso neeldienst lijkt een niet direct voor de hand liggende. Lijkt het inderdaad niet. Mijn be langstelling echter is nogal gericht op het functioneren van personen in de organisatie. Vooral in mijn Cwip-periode heb ik daar sterk mee te maken gehad. De mens is de belangrijkste factor in het bedrijf; zonder deze kan het bedrijf niet draaien. Daar komt bij dat mijn wens om met meerdere aspecten van de bank in aanraking te komen sterk is ingegeven door het feit dat ik in het verleden meer verschillende dingen heb gedaan. Het wisselen van func tie is daardoor voor mij geen nieuw gegeven. 3. Wat trekt u aan in het personeel- werk? Ontzettend veel. Wat mij vooral in het personeelwerk aantrekt is de mogelijkheid die je hebt om een heel belangrijke bijdrage te leveren aan de ontplooiing van mensen in hun werksituatie. De bank moet de omstandigheden creëren waarbin nen die ontplooiing kansen krijgt. Er zijn daartoe verschillende moge lijkheden, zoals functie-roulatie, op leiding etc. Het is erg zinvol dat loopbaanontwikkeling van de grond komt. Mensen moeten hun talenten ten volle kunnen gebruiken. Ik denk dat een goed sociaal beleid en de uitvoering daarvan door de Re gionale Personeeldienst (RPD) op zich al ontzettend belangrijke facto ren zijn om de omstandigheden, waarbinnen die ontplooiing moge lijk is, te scheppen. Ik stel me voor dat in de contacten van de RPD met de Amsterdamse werkgemeen schap vooral dit aspect benadrukt zal worden. Daarbij trekt het samenspel tussen RPD en die dwarsdoorsnee van het kantoor Amsterdam mij persoonlijk erg aan. structuur waarbinnen de RPD's wer ken? De RPD's vervullen een specifiek uitvoerende functie binnen de staf afdeling Sociale Zaken. Voor de uitvoering van het sociaal beleid van onze bank is het noodzakelijk dat de 3 RPD's (Amsterdam, Rotter dam en het Provinciale Net; red.) op één lijn zitten. Het verschillend interpreteren van maatstaven, bijvoorbeeld bij het toekennen van een personeel- krediet, leidt tot ongelijkheid en is dus niet wenselijk. De coördine rende taak tussen die drie RPD's wordt sinds enkele maanden ver vuld door de heer Commijs, die op zijn beurt weer verantwoording ver schuldigd is aan het Hoofd Sociale Zaken. 6. En hoe werkt uw eigen RPD? Kunt u iets zeggen over de beman ning van uw nieuwe afdeling en de taakverdeling? Daar kan ik op dit moment nog heel weinig over zeggen. Er zijn administratieve werkzaamheden, se cretariaatswerkzaamheden, en, er zijn de werkzaamheden van de personeelwerkers. Elke perso- neelwerker behartigt de belangen van één of meer sectoren van de bank, in dit geval binnen kantoor Amsterdam. Het voordeel van deze structuur is dat de personeelwerker zijn hele sector kan overzien, en met de medewerkers van hoog tot laag kan communiceren. Op het ogenblik wordt getracht om een derde personeelwerker aan te trek ken ter vervanging van de heer Veldhuis. In de komende periode waarin we in feite onderbezet zijn, zullen wij als RPD alle zeilen moe ten bijzetten om het noodzakelijke werk voor elkaar te krijgen. Het werken als één team is daarvoor essentieel. 7. Gaat u persoonlijke accenten leggen? De RPD heeft binnen het kantoor een sterk ondersteunende functie. Ondersteunen kun je alleen maar als je goed geïnformeerd bent, als je op de hoogte bent van alles wat er zich afspeelt, van hoog tot laag. Goede contacten zijn daarom heel erg noodzakelijk. Wij zullen als RPD daarom zeker proberen in de toekomst zoveel mogeüjk contacten te hebben binnen het kantoor. Dat betekent wel dat we vaak op pad zullen gaan. Daarbij zullen we toch weer voortdurend bereikbaar moe- vervolg op pag. 2 kol. 1 Kiesgroep Rotterdam Zoals u bekend is hebben de in september jl. geplande tussentijdse verkiezingen geen kandidaten opge leverd voor de twee vacatures in de Ondernemingsraad in de kiesgroep Rotterdam. Intussen hebben ons uit het bedrijf signalen bereikt waaruit blijkt dat enkele medewerkers - de noodzaak van een voltallige OR en van vol doende vertegenwoordiging van de kiesgroep Rotterdam daarin inzien de - alsnog overwegen zitting te nemen in de Ondernemingsraad. Dientengevolge hebben wij weder om de procedure voor tussentijdse verkiezingen in werking gesteld. De werknemersorganisaties (FNV, CNV, de UNIE en de VKBV) zijn in de gelegenheid gesteld kandidaten voor te dragen, als gevolg waarvan de heer R.J.F. van der Meer Centrale Conversie door de Unie kandidaat is gesteld. Door een voldoende aantal kiesge rechtigde medewerkers in de kies groep Rotterdam zijn kandidaat ge steld de heer B.H. van den Bout (Trans- vervolg op pag. 2 kol. 3) 4. Bent u, gezien uw vooropleiding geneigd om het ontbreken van een echte "personeels "-achtergrond als een voor- of een nadeel te be schouwen? Ik denk dat je het niet zonder meer als een nadeel kunt beschouwen, wanneer je althans heel erg bereid bent om te luisteren naar mensen die die vooropleiding wél hebben gehad; en die bereid zijn om jou een hoop kennis over te dragen. Naar mijn mening moet elke opleiding voor dit werk voor een belangrijk deel aan de praktijk zijn ontleend. Als je voor alle sociale aspecten in de praktijk een open oog hebt gehad kunt je het gemis van die opleiding voor een deel compense ren. 5. Kunt u ons iets zeggen over de Leasing is populair. Het begrip is in het bedrijfsleven meer bekend dan bij de particulier. Toch ontmoet men soms de term leasing in verband met duurzame goederen die consumptief worden gebruikt zoals de televisie en de personenauto. Wat ervan te denken? gebruiker de lessee), worden ge- sloten waarbij de laatstgenoemde zich het gebruik verwerft van een object, waarvan de leasemaatschap pij eigenaar is. Als algemene ken merken van leasing kunnen worden genoemd: leaseobjecten zijn kapi taalgoederen die een zelfstandige eenheid vormen; de verwerving van het gebruik daarvan staat centraal en er is altijd een verband tussen de bruikbaarheidsduur van het lease object en de duur van het leasecon tract. De economische levensduur van het leaseobject bepaalt de maxi male contractduur. w T <f Vakaturelijst 3 Personalia 4, 5 Nieuwe Intrestprog. 5 Stilte 6 Feest in het Lido 7 Puzzel 8 Redactiecommissie Mr H. van Everdingen (voorzitter) Mr J.P.J. van Druten T.H.M. Duin J.J. Gerretzen Mw. A.A.C. Haveman-v.d. Avoird J. Kroese L. Renkema R.W. Scheelbeek Mej. E.J. van Zon Leasing in theorie Het begrip leasing is de verzamel naam voor contracten met bepaalde kenmerken die tussen een lease maatschappij de lessor) en een Leasing voor de particulier Het laatstgenoemde basiskenmerk beperkt leasing tot bedrijfsmidde- vervolg op pag. 2 kol. 1) Uitvoerende redactie en redactie adres: J. Kroese, Herengracht 548, 1017 CG Amsterdam, 020 - 527 31 86 Het volgende nummer van Baanzicht verschijnt op 21 november 1980. Kopij dient uiterlijk 12 november in het bezit te zijn van de uitvoerende redactie. Realisatie Dienstencentrum Alblasserdam BAAN ZICHT 7 november 1980 Mr A. R.P. Dorleijn Mr A.W.A. Jooseri, algemeen directeur Lease Plan Nederland N.V., auteur van dit artikel.

Personeelsbladen ABN AMRO Art & Heritage

Bank Mees & Hope - Baanzicht | 1980 | | pagina 1