Amerikaans ondenkbaar debacle spaarba in Nederland GEBREK TOEZICHT OP BANKEN DURE FOUT Minder bemoeizucht Beperking geldhoeveelheid Meer vrijheid Vertrouwen geven De spaarbankcrisis in de Verenigde Staten, die daar al enige jaren de gemoederen bezighoudt, legt een zware hypotheek op de toekomst. Volgens de meest voorzichtige schattingen zal de Amerikaanse overheid door het wanbeleid van (pseudo) bankiers een schade lijden van zo'n 300 miljard dollar. Dat bedrag moet uiteindelijk door de Amerikaanse belastingbetalers worden opgebracht. Als we zoiets horen, doemt direct de vraag op: kan zoiets ook in Nederland? Het antwoord is ondubbelzin- nig: nee! De structuur van het Nederlandse bankwezen is heel anders en het toezicht op de werk- zaamheden van de banken veel strenger dan in de VS. Vooral dat toezicht op de spaarbanken heeft in de VS de laatste tien jaar nogal wat veranderingen ondergaan waardoor de deur op een kier werd gezet voor te risicovol bankieren. Voor dat ver- anderde toezicht is het beleid van een man in sterke mate verantwoor- delijk: Ronald Reagan. Reagan had als president van de VS geweldige ambities. Hij zou het land een nieuw elan bieden en meer hoop voor de toekomst. Meer markt en minder overheid was een belangrijk punt in zijn beleid. Dat heeft hij op overtuigende wijze in praktijk gebracht. Hij zette grif zijn handtekening onder wetten die leid- den tot deregulering, wat zoveel wil zeggen als minder bemoeizucht van de overheid. 'In die sfeer ontstond er tijdens de regering Reagan onvoldoende toe zicht op de Amerikaanse savings- and loan industry (Amerikaanse spaarbanken; Red.)', meent drs. Franke Burink, die als stafeconoom is verbonden aan de afdeling Eco- nomisch Onderzoek van de ABN. 'Tot welke fmanciele debacles zoiets kan leiden, kwam aan het licht toen de prijzen voor olie en onroerend goed kelderden. Een aantal spaar banken bleek veel te risicovol te hebben belegd.' N. Laten we voor alle duidelijkheid even teruggaan naar 1979. Toen werd de westerse wereld geconfron- teerd met de tweede oliecrisis. De inflatie liep sterk op. Voor het Fede ral Reserve System (Fed), de over- koepelende Amerikaanse centrale bank, was dit aanleiding om maat- regelen te nemen die de groei van de geldhoeveelheid moesten inper- ken. Het werd zodoende minder makkelijk om geld te lenen. Het ge- volg daarvan was, dat de rente in de VS enorm steeg. Aan het begin van de jaren tachtig steeg bijvoorbeeld de 'prime rate', de rente die de ban- ken bij hun beste clienten in reke- ning brengen, korte tijd zelfs tot bo- ven de twintig procent. De klap kwam hard aan bij de spaarbanken savings- and loan industry), die wa- ren gespecialiseerd in het verstrek- ken van hypothecaire leningen. Die financierden ze met geld dat zij van kleine spaarders aantrokken. De enige winst die zij derhalve konden maken, was het verschil tussen de rente die zij over de hypothecaire le ningen ontvingen en de rente die zij over de spaartegoeden moesten be- talen. De inkomsten van de spaarbanken lagen in die tijd echter voor een groot deel al vast, omdat de rente op bestaande hypotheken voor langere tijd was vastgesteld. De uitgaven voor rente aan de kleine spaarders belandden door de politiek van krap-geld echter op een aanzienlijk hoger niveau. De rentemarge, het verschil tussen de te betalen en de te ontvangen rente, werd negatief. De spaarbanken zaten hierdoor be- hoorlijk klem. Voor hen doemde het spookbeeld van emstige verlie- zen op. Een extra handicap voor de spaar banken was dat zij aan strenge re- gels waren gebonden. Bovendien waren zij beperkt in hun mogelijk- heden rentevergoedingen op spaar- gelden te verhogen. Van die situatie profiteerden de handelsbanken. Zij konden een hogere rente bieden op spaartegoeden dan de spaarbanken. Het gevolg laat zich raden: spaar ders keerden de spaarbanken de rug toe en brachten hun geld onder bij de handelsbanken. De Amerikaanse overheid stak (in 1980) de spaarbanken prompt de helpende hand toe door twee wetten te maken die de bewegingsvrijheid van de spaarbanken flink verruim- de. Die hoefden zich voortaan niet meer alleen met woningfinanciering bezig te houden. Voortaan mochten ze ook leningen aan particulieren verstrekken en - wat van veel ver- der strekkend belang was - hun geld in onroerend goed gaan beleggen. Ook kregen zij een zekere vrijheid om de vergoeding op deposito's meer in overeenstemming te bren gen met de geldende marktrente. Die maatregelen sloten naadloos aan op het dereguleringsbeleid (een op afstand volgende overheid) van de regering Reagan. Op die terugtre- dende rol voor de overheid is niets tegen mits de risico's dan ook gedra- gen worden door de andere partij. En dat was niet het geval. Om dat te

Personeelsbladen ABN AMRO Art & Heritage

Algemene Bank Nederland - Ankertros | 1990 | | pagina 8