Positieve geluiden
iets van zijn bedoelingen over
te laten komen. Het is een vlot
bijna instrumentaal stuk, waar-
op met een metaalachtige stem
zang wordt nagebootst. Ook de
afsluiter Computer cowboy
(aka syscrusher) - de titels zijn
ook al toepasselijk - wordt na
een paar keer draaien steeds
beter. De overige nummers op
deze kant getuigen ervan dat
Neil nog naar de juiste formule
zoekt.
Kant 2 begint met een commer-
cieel, traditioneel Neil Young
nummer: Hold on to your love.
Op deze kant staat ook het uit
1967 stammende Mr. Soul dat
in alle opzichten een moderner
jasje heeft gekregen vergeleken
met de originele uitvoering van
Buffalo Springfield. Wellicht is
het een goed idee om het op
single te laten verschijnen want
hier vinden oude en nieuwe stijl
elkaar bijzonder overtuigend.
Het indrukwekkende werkstuk
Like an inca, bekend van de live
optredens en nu opgesierd door
gitaarsolo's van Nils Lofgren,
besluit de in fraaie hoes gesto-
ken plaat.
Na meerdere malen draaien
luidt de conclusie dat Neil een
toch wel geslaagde poging
heeft gedaan eens iets anders
aan het vinyl toe te vertrouwen
dan we van hem gewend zijn.
We wachten af wat hij hierna
gaat doen.
Hoogtepunten uit het totale
werk zijn ons inziens:
Neil Young (69)
Everybody knows this is
nowhere (69)
After the goldrush (70)
Harvest (72)
American stars 'n bars (77)
Rust never sleeps (79)
en de driedubbele
verzamelaar Decade (77)
Het was op een doorde-
weekse avond. Even leek
het of er niets bijzonders
aan de hand was, maar op-
eens klonken er geluiden
door de ether die bijzonder
ongebruikelijk waren. Zeker
omdat het Hilversum 3 was
dat aanstond.
Wat was het geval? Er werd
(per ongeluk?) een hard-
rocknummer ten gehore ge-
bracht en wel een van de
beste van de laatste jaren:
Run to the hills van Iron
Maiden. Wat is er toCh aan
de hand? Waarom wordt
een bepaalde muziekstijl
volledig genegeerd door de
discjockeys?
Bijzonder verheugend was dat
hij werd opgevolgd door Ronnie
James Dio, die daarvoor Ritchie
Blackmore's Rainbow verliet.
Dio is een van de betere hard-
rock zangers hetgeen hij al be-
wezen had op de live Ip van
Rainbow.
Mede dankzij hem brengt de
groep vervolgens een ijzerster-
ke Ip, Heaven and hell, uit.
Daarna volgde Mob Rules en
nu, ter afsluiting van de periode
Dio, Live evil. Een dubbele live
Ip, met een mengeling van oude
In Engeland weten ze wel beter.
Daar is hardrock populair. In
Nederland moeten we het doen
met zo nu en dan een uit-
schieter. Voor een van die uit-
schieters zorgde jaren geleden,
toen je nog niet sprak van hard-
rock of heavy metal, Black Sab
bath met Paranoid.
De groep maakte indertijd met
z'n mystieke image een verplet-
terende indruk, maar wist dat
gevoel niet meer dan twee Ip's
lang vast te houden. Daarna
zakte de band terug, wat dan
eigenlijk betekent dat de muziek
niet meer op de radio te horen
is. Natuurlijk bleef een vaste
kern fans de groep trouw en
vooral in Amerika hadden ze
succes. Er bleven platen ge-
maakt worden en na de achtste
verliet zanger Ozzie Osbourne
de band om een solocarriere te
beginnen, (er is recent ook een
live album van hem versche-
nen).
28
- oorspronkelijk door Ozzie Os
bourne gezongen - en nieuwe
nummers.
Hoofdrollen zijn er weggelegd
voor Dio, die enorm uithaalt in
nummers als Heaven and hell,
het stevige Children of the sea
en Neon Knights (alle nummers
van Heaven and hell), en vooral
in The sign of the Southern
cross, maar ook voor gitarist
Tony lommi. Hij speelt de ster-
ren van de hemel alsof er geen
nieuwe lichting hardrock bands
is. Een hele kant" wordt gevuld
door de oude nummers Black
Sabbath, War pig en Iron man.
Ook Paranoid wordt gespeeld,
hoewel de originele uitvoering
zo bekend is dat deze versie
overbodig lijkt.
De conclusie is dat met deze Ip
je oren worden geteisterd zoals
het hoort. De hardrock fans
hoeven geen miskoop te ver-
wachten. Voor minder geoefen-
de oren kan het misschien wat
teveel van het goede zijn. We
adviseren daarom niet meteen
alle vier de kanten achter
elkaar te draaien, maar lang-
zaam eraan te wennen. Wel
licht kunnen de Nederlandse
discjockeys hier aan meehelpen
door zo nu en dan eens een
nummer te draaien.
Discografie:
Black Sabbath (70)
Paranoid (70)
Master of reality (71)
Volume 4 (72)
Sabbath bloody sabbath (73)
Sabotage (75)
Technical ecstasy (76)
Never say die (78)
Heaven and hell (80)
Live at last (80)
Mob rules (81)
Positieve geluiden ook van Neil
Young. Positief in die zin dat
hij het aangedurfd heeft een
plaat - met de titel Trans - te
maken die volledig afwijkt van
hetgeen hij tot op heden heeft
uitgebracht. Bijgestaan door
o.m. Nils Lofgren experimen-
teert Neil er lustig op los met
synthesizers, stemvervormers
en andere elektronische appara
tus. Vooral kant 1 zal voor de
traditionele Neil Young-fan
even wennen zijn want met uit-
zondering van het op single ver-
schenen A little thing called
love klinken de stemmen soms
als robots in een Star Wars
film met dito begeleiding. Alleen
de (elektrische) gitaar krijgt
kans om op te vallen.
In het nummer Computer age is
Neil er het meest in geslaagd
PETER HUUB