als experts in het doorboren van parels
voor het rijgen van snoeren. Deze ervaring
bleek zeer goed van pas te komen bij het in-
brengen van een verontreiniging in de moe-
derschelp. Vandaar dat tal van Indiase fa
milies zich rond 1960 vestigden in Japan.
Voor de financiering van hun bedrijf waren
ze veelal aangewezen op een buitenlandse
bank.
De ABN is al sinds 1919 in Kobe gevestigd
en ongeveer even lang in India. Ons bank-
kantoor verwierf spoedig de Indiase cliente
le en is de enige buitenlandse bank ter
plaatse die nauw betrokken is bij de finan
ciering van de parelindustrie en de parelex-
port.
Kobe is het parelcentrum van Japan. Be-
halve de parelbeurs is ook de Japan Pearl
Exporters' Association die in 1954 werd
opgericht en nu 185 leden telt, hier geves
tigd. Deze associatie heeft een reglement
opgesteld voor de parelhandel, geeft export-
certificaten af en voert nauwkeurige admi
nistrate van de verhandelde hoeveelheden
en de vastgestelde prijzen.
Hard werken, grote risico's
Bij de Japanse parelindustrie kent men ver-
schillende soorten kwekerijen voor het
kweken van de oestereieren, van de volwas-
sen oesters en van de parels.
Zodra in het voorjaar de temperatuur van
het zeewater stijgt worden de pareloesters
uitgezet in ondiepe baaien en zee-inham-
men voor het leggen van eieren. Zo tegen
juni als het regenseizoen begint, legt een
moederoester rond een miljoen eitjes, die
zich in het water verspreiden om in aanra-
king te komen met het sperma, dat de man-
lijke oesters uitstoten. De bevruchte eitjes
hechten zich aan waterplanten en ontwik-
kelen zich tot micro-oesterschelpen. Vele
miljoenen micro-oesters worden ook het
slachtoffer van vissen en inktvissen.
Het oesterbroed wordt wanneer het onge
veer een vingernagel groot is door vrouwe-
lijke duikers (ama's) verzameld in grote
tonnen. Het broed wordt vervolgens opge-
slagen in stalen kooien die in ondiep water
aan vlotten worden opgehangen.
Dan gaan de jonge oesters naar de kweke
rijen. Bij het kweken spelen de temperatuur
en de voedselrijkdom van het water een be-
langrijke rol. Zakt de temperatuur onder de
10 graden dan wordt onherstelbaar letsel
toegebracht en sterft de oester.
Na 2'h jaar is de oester klaar voor de parel-
produktie. Een korrel parelmoer wordt in-
gebracht en zodra de oester hersteld is van
de lichte beschadiging wordt hij aan een
snoer opgehangen onderaan een vlot. De
pareloester kan 10 tot 12 jaar oud worden.
De fraaiste parels worden gemaakt door
jonge oesters, zodat de parelcultuur in
hoofdzaak werkt met oesters die 2Vi tot 5 a
6 jaar oud zijn. Bij het kweken van de parel
moeten weer heel wat voorwaarden worden
vervuld om succes te behalen. De tempera
tuur, de voedselrijkdom, het zoutgehalte
van het water, de stroomsterkte, het zuur-
stofgehalte spelen allemaal een rol. Vaak
ziet men oesterbedden bij de monding van
rivieren, waar een gunstige voedselverhou-
ding te vinden is. Wervelstormen, koude
zeestromen, overmatige groei van plankton
of het binnendringen van parasieten bete-
kenen veelal het einde van de parelcultuur
en vormen de risico's voor de kweker.
Ondanks alle ervaring en kennis is niet
meer dan vijf procent van de totale produk-
tie geschikt voor de verwerking tot sieraad.
Geen wonder dat ook de cultive parels
schaars en duur zijn.
Zoetwaterparels in Biwa
Behalve in de open zee worden de laatste
jaren ook parels gekweekt in het zoete vis-
water van het Biwameer bij Osaka. Hier
brengt men niet een stukje parelmoer in,
maar een stukje vlies uit een andere schelp
dat oplost in de substantie die de pareloes
ter afscheidt. De parel wordt grillig van
vorm en de kleur is donkerder dan van de
andere cultive parels. Juist door de onregel-
matige vorm en de donkere kleur zijn deze
parels zeer gezocht door de juweliers en,
natuurlijk, diens klanten.
De handel in de Biwako parels is hoofdza-
kelijk in handen van zo'n 25 Indiase fami
lies. Door hun toewijding en vakkennis be-
tekenen zij een belangrijke steun voor de
Japanse parelexport en voor de handel op
de parelbeurs van Kobe.
(Foto's K. Mikimoto Co. Lid.) vD
Ankertros 9
Ago Baai.