Lezend in De Bot van de schrijver Giinter Grass kom ik in het oude centrum
van een regenachtig Volendam aan. Uit het verfwinkeltje van Siem en Kees
Tol loopt een oude vrouw in zeldzaam wordende klederdracht naar buiten. De
geur van verse vis wordt sterker. De smalle, hellende straat leidt langs de
(ophaal)brug van het Dril en kleine huizen met groengeschilderde, houten
klokgevels en prachtig kant voor de ramen, naar de haven. Geen botters of
tjalken, maar wel ligt er een mooie, geheel opgetuigde driemaster aan de
kade. Hier is ook het cafe' Mastenbroek en wie verder langs de souvenirwin-
kels en de fotografen gaat ziet de roodwitte luiken van het aloude hotel
Spaander.
De Julianaweg is de belangrijkste verkeers-
weg van Volendam. Hij ligt een eindje van
de haven verwijderd, maar de welvoorziene
viswinkel laat aan duidelijkheid niets te
wensen over. In de kleine strook winkels
was vroeger op de hoek een bakkerij geves-
tigd. Begin 1970 opende de bank er een
kantoor dat na de verbouwing, twee jaar ge-
leden, behalve de begane grond nog twee
verdiepingen heeft. Achter de tamelijk
smalle authentieke gevel werken in dit B-2
kantoor beheerder Bob van Herk, Jan
Hoekstra, Gre Smit en Tiny Steur.
"Volendam is een besloten gemeenschap
met typische karakteristieke trekjes," ver-
telt de heer Van Herk (31), die al acht jaar
in het dorp woont. "Ik was beheerder van
kantoor Delftlandplein Amsterdam, voor
ik in September '80 naar Volendam kwam.
De overgang bleek voor mij niet zo groot
omdat ik de mensen prive al wat nader had
leren kennen.
"Hoe weinig persoonlijke bijzonderheden
je in Amsterdam weet, zo veel weet je hier.
In Volendam kent iedereen elkaar en men
is op de hoogte van alles wat in het dorp ge-
beurt. Een uitvloeisel daarvan is de sociale
controle op het financiele doen en laten van
de mensen. Ondanks alle moeilijkheden op
economisch gebied komen ze, vergeleken
met elders, hun financiele verplichtingen
nog steeds goed na."
Een zooitje
Veel inwoners zijn werkzaam in de bouw-
wereld, niet alleen in het dorp zelf waar
Hein Schilder het grootste bouwbedrijf
bezit, maar ook daarbuiten zijn de Volen-
dammers als harde werkers graag gezien.
Deze sector heeft sterk te lijden onder de
ongunstige economische omstandigheden.
Ook bij de negen Noordzeevissers is niet al
les koek en ei. Ze worden al jarenlang ge-
confronteerd met de internationaie vangst-
beperkingen (quoteringen).
Ook van het kleine aantal IJsselmeervis-
sers, die onder meer de overbekende paling
naar boven halen, zijn de vangsten de laat-
ste jaren teruggelopen. Momenteel zijn er
nog slechts 28 Volendammer vissers over-
gebleven. Dit in schril contrast met vroeger
tijden, toen je in de haven over de botters
van de ene kant naar de andere kon lopen.
In 1892 telde de vloot nog 215 houten bot
ters.
De rechtgeaarde Volendammer schijnt een
moord te doen voor een zooitje, gekookte
aal met gekookte aardappelen, butter en
Ankertros 5