hebben de heren P. Bakker en O. Altmann van de afd. Bouwzaken met enige trots de presentatie van hun (schertsend zo ge- noemde) „hobby", de nieuwbouw in Nij- megen, gegeven. Men stond voor het eerst in de ruimte waar- mede men zich over enkele maanden door het werk verbonden gaat voelen. Na de explicatie aan de hand van plattegronden en fotomateriaal (waarbij ook het interieur was betrokken) zorgde een rondgang in groepen over de twee verdiepingen tot de dakop- bouw met de daar opgestelde indrukwek- kende technische installaties voor een ver- dere concretisering van de verkregen in- drukken. Nog staat de rode, puur-Londense telefooncel midden in de lege hal; over niet te lange tijd zal zich daar rondom het hele bankgebeuren afspelen. Het zijn de mensen, ons personeel, die het gebouw tot leven moeten maken. Opiossing Puzzel in No. 10 (oktober 1973) Horizontaal: 1. literator; wat. 2. reder; fat; metro. 3. ode we; pa; Mao. 4. be; etre; kolk; ns. 5. rad ivoor; elst. 6. lasser; drum. 7. om; mo nereus; en. 8. ook; fez; erm; per. 9. re eirond; bl; dy. 10. plag; ideaal. 11. etui essen; mos. 12 gy; mens; riga; te. 13. ede Is; ge; bon. 14. niets; dom; eland. 15. gld Nederland. Vertikaal: 1. rob; Noorwegen. 2. leder; moe; tijdig. 3. ide; al; pu; eel. 4. te; edam; elim; td. 5. erwt; sofia; els. 6. eris; ergens. 7. af; even- zo; ss; de. 8. tarn; ore; nis; vod. 9. ot; ko; redder; me. 10. porder; enig. 11. mal; rum ba; geel. 12. we; keus; lama; la. 13. atm.; Im; lo; ban. 14. trans; eed; stond. 15. oostenrijk; end. De boekenbon gaat naar M. Ingenhousz, Ede. De fietsende Amerikaan Datum: vrijdag 8 juni 1973, avond-uren. Plaats van handeling: gemeente 's-Gravenhage. Personen: een Amerikaan en twee hoofdagenten van de Haagse politie. Verbijsterd bemerkte de Amerikaanse jorgeman, reeds geruime tijd met zijn fiets onderweg op een trektocht door Europa, toen hij komende van de hofstad op 8 juni 1973 in de namiddag Rotterdam binnen- peddelde, dat hij zijn paspoort, een voor zijn reis onmisbaar attribuut, niet meer bezat. Hij herinnerde zich dit document voor het laatst te hebben gebruikt in een bankgebouw van de Algemene Bank Neder land in de hofstad, reden waarom hij de weg terug aanvaardde en in de vroege avonduren van die dag ten tweede male aldaar aankwam. Het zoeken naar „zijn" bankgebouw had niet het beoogde resultaat en min of meer wanhopig wendde hij zich tenslotte met zijn probleem tot enkele surveillerende hoofdagenten. Het woord „probleem" schijnt slechts overtrokken, maar indien lezer dezes, de kalender raadplegend, ontdekt dat de 8ste juni 1973 de vrijdag voor Pinksteren is, dan weet hij dat de bankpaleizen niet eerder openen dan dinsdag 12 juni 1973. Hierbij optellend dat de Amerikaan niet meer wist welk filiaal van de betreffende bank hij had bezocht en dit ook niet kon worden nagegaan aan de hand van het die middag door hem ontvangen repu, zou men wel moeten veronderstellen dat deze Amerikaan gedwongen zou zijn vier nachten in het Haagje te moeten verblijven, indien men voorbijgaat aan de doortastendheid van de twee hoofdagenten die even te voren zijn weg kruisten. Overigens kon deze Amerikaan in verband met door hem gemaakte afspraken niet langer in Nederland blijven. De beide hoofdagenten lieten zich door de eerste door hen gevoerde telefoongesprek- ken, welke resulteerden in verwijzingen naar (een niet-ambtenaar veronderstelt dan dat hij „van het kastje naar de muur" wordt gestuurd) niet van de wijs brengen. Zij gingen door en kwamen die avond zelfs nog in contact met een collega wiens zoon eveneens bij ,,een" of „de bank" werkzaam bleek. Hoewel hun duidelijk werd gemaakt dat het paspoort waar- schijnlijk was opgeborgen in een kluis welke niet voor de 12e juni kon worden geopend, hadden zij die avond omstreeks half tien toch het genoegen de Amerikaan zijn reispapier te kunnen overhandigen. Hoewel zonder de medewerking van de onderhavige bank dit resultaat nooit zou zijn bereikt, zal het een ieder duidelijk zijn welk een aandrang beide hoofdagenten hebben moeten uitoefenen om deze mede werking te verkrijgen. De bewuste politiemannen (zij waren van de Stafbrigade) bleken zulke aandringers en doorzetters en de Amerikaanse fietser zal hen dankbaar blijven, indien hij zich realiseert welke moeite de beide hoofd agenten zich in zijn belang hebben getroost. Hoewel de beide hoofdagenten dit voorval niet als iets buitengewoons zagen en van mening waren dat dit tot hun taak behoorde, hetgeen ieder met hen eens zal zijn, was schrijver dezes van mening dat deze zaak toch wel eens even mocht worden „belicht". M. VROLIJK 22

Personeelsbladen ABN AMRO Art & Heritage

Algemene Bank Nederland - Ankertros | 1973 | | pagina 30