zal dat een enorme druk geven op de Ame- rikaanse betalingsbalns. Alleen door een vergroting van haar export zal Amerika hier het hoofd aan kunnen bieden. Evenzeer als de olie-exporten uit het Midden-Oosten voor de betrokken landen een sprookje zijn uit 1001 Nacht, evenzo zijn ze voor het mone- taire systeem gelijk aan een nachtmerrie van Edgar Allen Poe. Omstreeks 1980 zullen in het Midden-Oosten bedragen worden ont- vangen, die volgens schatting gelijk zullen zijn aan de gehele beurswaarde van General Motors. Een gedeelte van de opbrengst zal waarschijnlijk worden gebruikt voor de parti- cipatie in of de overname van olieconcerns. Een ander deel zal worden aangewend voor zogenaamde downstream investeringen. Zo heeft een aantal landen in het Midden-Oos ten al besloten om gezamenlijk een tanker- vloot te exploiteren. Het bevriezen of kana- liseren van de grote bedragen, die jaarlijks naar het Midden-Oosten vloeien, zal een van de opgaven zijn voor de komende jaren. Monetaire problemen verbonden met handelspolitiek Naar mijn mening zal de monetaire proble- matiek nooit alleen met monetaire middelen kunnen worden opgelost. In tegenstelling tot de mening die in Frankrijk heerste onder De Gaulle en die ook nu onder Pompidou soms nog opgeld doet, geloof ik, dat mone taire problemen moeten worden bestudeerd in samenhang met de situatie, die zich op handelspolitiek gebied voordoet. Het is im- mers niet juist een land te verwijten, dat het zijn handelsbalans niet in evenwicht brengt en het tegelijkertijd voor dit land on- mogelijk te maken zijn producten te expor- teren. Een schoolvoorbeeld is uiteraard de verhoudig Japan-Amerika. Indien Europa en Japan niet bereid zouden zijn tezamen met Amerika te spreken over invoerrechten, con- tingenteringen en alles wat samenhangt met handelspolitiek, is het risico niet denkbeel- dig, dat een handelsoorlog ontstaat, die op den duur zou leiden tot een wereldcrisis. Anderzijds zal het niet mogelijk zijn de va- iuta-situatie op den duur op te lossen, in dien de betrokken landen niet bereid zijn zich economisch' enige zelfdiscipline op te leggen. Het moge dan nog zo waar zijn, dat een devaluatie meestal de voorkeur verdient boven binnenlandse werkeloosheid, toch mogen wij niet vergeten dat, indien een land te vaak devalueert, de bereidheid van het bedrijfsleven in een dergelijk land te inves- teren snel afneemt, gezien de koersverlie- zen, die men lijdt op het geinvesteerde ver- mogen. Ook dit gebrek aan investerings- bereidheid kan op den duur tot werkeloos heid voeren. Het beroep, dat door een aan tal landen op Amerika wordt gedaan haar binnenlandse economie in orde te brengen, is dan ook volledig gerechtvaardigd, zulks temeer, daar de dollar nog steeds een rol speelt als reserve-valuta. Een rol, die door de Special Drawing Rights nog slechts zeer ten dele is overgenomen. Bescherming mogelijk Hoe zal het bedrijfsleven zich moeten be- schermen tegen valuta-onrust. Hierbij moe ten wij een onderscheid maken tussen ener- zijds import- en exporttransacties en ander zijds investeringen. Zolang een import- of exporttransactie wordt afgesloten in gang- bare valuta is het mogelijk via een bank een termijntransactie af te sluiten. In be- paalde gevallen kan een dergelijke trans- actie zelfs worden afgesloten met een agio. Veel moeilijker ligt het vraagstuk, hoe men zijn investeringen in het buitenland kan be- schermen tegen pariteitswijzigingen. In prin- cipe staan er drie wegen open. Primo de onderneming neemt het risico voor eigen rekening en voegt ieder jaar een be- paald bedrag toe aan een reserve buiten- landse investeringen. De tweede mogelijk- heid is, dat de ondernemer termijncontracten sluit met betrekking tot zijn investeringen. Het is U misschien niet bekend, dat bijvoor- beeld dollars op een periode tot 5 jaar op termijn verkocht kunnen worden. De derde mogelijkheid is tegen de investering een le- ning aan te gaan in dezelfde valuta als waarin de investering luidt. Dit is vaak de voordeligste oplossing. Uiteraard is het ook mogelijk met een combinatie van de diverse mogelijkheden te werken. Indien op een ge- geven moment de rente op een lening in vreemde valuta substantieel zou afwijken van de rente op een guldenslening, kan men beginnen met een termijn-contract voor een kortere periode. Indien dan gedurende de periode, dat het termijn-contract loopt, de buitenlandse rente en de binnenlandse ren te elkaar gaan benaderen, doet men het termijncontract teniet en sluit men alsnog een lening in vreemde valuta af. Wat ik zojuist heb opgemerkt geldt uiter aard slechts voor gangbare valuta. Veel moeilijker wordt het, wanneer men een in vestering doet in een valuta, die niet regel- matig wordt verhandeld en waarvoor geen termijnnoteringen bestaan, terwijl het even- min mogelijk is een lening in die valuta op te nemen. In dat geval kan men het beste nagaan of de betreffende valuta parallel loopt met de gangbare valuta en zo ja, met welke. Gedurende de recente valuta- crisis is bijvoorbeeld gebleken, dat de Cu- ragaose gulden en de Surinaamse gulden op pariteit zijn gebleven met de Amerikaanse dollar en dus zijn gedevalueerd ten opzichte van de Nederlandse gulden. Indien men te gen de investering in deze valuta een le ning zou hebben afgesloten in Amerikaanse dollars, zou men dus valutarisico hebben afgedekt op dezelfde wijze als wanneer men een lening zou hebben kunnen sluiten in Surinaamse of Antilliaanse guldens. Uiter aard lost dit niet het probleem op van een investering in landen, die een valuta hebben, die autonoom telkenmale devalueert, zoals bijvoorbeeld de Argentijnse peso of de Bra- ziliaanse Cruzeiro. Op de lange duur bekeken heeft een der gelijke investering dan ook alleen zin, wan neer teruggerekend in guldens de investe ring een rendement oplevert, dat na afboe- king van het verlies, dat op de valuta wordt geleden, nog een zekere marge overlaat.

Personeelsbladen ABN AMRO Art & Heritage

Algemene Bank Nederland - Ankertros | 1973 | | pagina 4