initiatief van koning Willem I op 12 december 1822 te Brussel op-
gericht de ,,Algemene Nederlandsche Maatschappij ter begunstiging
van de Volksvlijt", in het Frans: Societe Generale des Pays-Bas
pour favoriser 1'industrie nationale. De naam werd later om begrijpe-
lijke reden gewijzigd in: Societe Generale de Belgique. Deze maat
schappij had tot doel de industrialisering van de zuidelijke Neder-
ianden te bevorderen door het bijeen brengen van kapitaal. nodig
voor de ontwikkeling van nieuwe industrieen en de uitbreiding van
enige bestaande.
In feite was de Societe Generale een gemengde bank of nog meer
een ontwikkelingsmaatschappij, die een prototype werd voor ana-
loge instellingen in andere landen.
Eertijds kassier van de NFIM
De eerste jaren waren voor de nieuwe bank verre van gemakkelijk.
Uit traditie gaven de spaarders hun geld liever als krediet aan de
staat en niet aan nog jonge bedrijven. Maar mede dankzij een forse
participatie van de Koning, een dividendgarantie van 5%, de mach-
tiging om eigen bankbiljetten uit te geven en haar positie van
kassier van de schatkist gelukte het de nieuwe bank tot bloei te
brengen. Hoezeer dit gelukt is, blijkt uit een citaat van de bekende
Belgische historicus Pirenne: ,,Van alle weldaden die Belgie aan
het initiatief van de Koning te danken had, heeft de stichting van de
Societe Generale de meeste vruchten afgeworpen: men kan terecht
zeggen dat de Societe de kroon was op het economische werk van
Koning Willem I". Het is wel aardig om in dit verband te vermelden
dat de Societe Generale een reeks van jaren als kassier in Belgie
is opgetreden van de NHM.
200.000 man personeel!
Thans, na 150 jaar, is de Societe Generale uitgegroeid tot een van
de machtigste concerns, waartoe niet minder dan 72 ondernemingen
behoren, die op hun beurt een 200-tal dochterinstellingen beheren
in binnen- en buitenland. Alleen in Belgie zijn bij de S.G. reeds
meer dan 200.000 personen werkzaam.
De zuivere bankactiviteiten zijn in 1934 in verband met de Belgische
bankhervorming afgesplitst en ondergebracht in een afzonderlijke
maatschappij, de Generale Bank Maatschappij, doch die is natuur-
lijk ten nauwste bij het wel en wee van het concern betrokken.
Na dit uitstapje in de historie nu terug naar de jubileumtentoonstel-
ling op de Heizel.
Veelzijdige industriele tentoonstelling
Naar ons werd medegedeeld bleek bij een onderzoek dat niet min
der dan 43 maatschappijen van het concern hun medewerking wil-
den verlenen aan de jubileumexpositie. Dit maakte het mogelijk om
in het paviljoen, dat door een der dochterondernemingen werd ver-
vaardigd, een zeer afwisselende industriele expositie bijeen te bren
gen. Dit blijkt wel hieruit dat behalve van de mijnbouw, raffinage
van metalen, industriele aanwending van lazerstralen, chemie, dia-
mantwerktuigen, ook een interessant beeld werd gegeven van de
vorderingen op het gebied van textiel, hout, papier, de bouw van
kernenergiecentrales en de distributie van energie, electromotoren,
de scheepsbouw en de scheepvaart. In enkele afdelingen werd
daarbij naast vitrines gebruik gemaakt van de modernste audio-
visuele hulpmiddelen, die veel belangstelling trokken.
Een afzonderlijke ruimte was voorts gereserveerd voor de Generale
Bank Maatschappij, de grootste bank van Belgie en nummer vijftien
op de lijst van Europese kredietinstellingen.
Belgische economie in licht en geluid
Op de eerste verdieping van het paviljoen, dat in totaal twee ver-
diepingen telde met een gezamenlijke oppervlakte van circa 5.500
m2, had de Generale Bank Maatschappij een indrukwekkende meta
len constructie opgesteld met een afmeting van circa 10x10 meter.
Op deze constructie, die de indruk wekte van een grote zonne-
spiegel, flitsten tientallen, ja soms honderdtallen lampjes aan en uit.
Brandden alle lichtjes tegelijk en dat waren er 6.500! dan
waande men zich in het bekende planetarium in Den Haag met voor
zich een hemel vol flikkerende sterren.
Doch wat stelde dit alles voor? Om het kosmisch wonder te kunnen
begrijpen moest men er rustig voor gaan zitten, wennen aan het
duister en luisteren naar de indringende stem van de presentatrice,
wier stemgeluid afkomstig bleek uit een batterij van niet minder
dan 160 cassetterecorders, die ter zijde was opgesteld en waaruit
desgewenst ook nog een synchrone vertaling in het Frans, Engels
of Duits kon worden aangehoord. Het geheel stelde een audio-
visueel economisch model voor dat in de vorm van een klank- en
lichtspel de rol van de bank in de Belgische economie en de ge-
volgen van economische en monetaire verschijnselen als inflatie,
devaluatie, discontowijziging, kredietbeperking e.d. in beeld bracht.
Het model was uitgewerkt door het Departement Studies van de
bank en is gewijd aan de nagedachtenis van de Amerikaanse de
signer Will Burtin, die de basis voor dit ontwerp heeft gelegd. Het
liet zien hoe de bank lees G.B. in het middelpunt is gelegen
van de geld- en kapitaalbewegingen, die verband houden met de
produktie, handel en consumptie van goederen en diensten, of het-
zij het gevolg zijn van het optreden van tussenpersonen en finan-
ciele instellingen, die spaargelden verzamelen dan wel resulteren
uit kredietverlening op korte, middellange en lange termijn.
Projectieschermen, panelen, lichtbakken en de computer
Om een indruk te geven van de constructie een korte beschrijving.
Het model omvatte 19 panelen, waarvan 8 vierkante panelen en 4
panelen in de vorm van gelijkzijdige driehoeken. In het centrum was
een vierkant projectiescherm.waarop dia's werden geprojecteerd.
Op de vier driehoekige en de 4 overkante panelen rond het cen-
trumpaneel waren 30 lichtbakken aangebracht, die elk een econo
mische eenheid aanduidden die aan het geld- en kapitaalverkeer
deelneemt. Op de driehoekige panelen waren aangegeven als vier
hoofdelementen: ondernemingen, particulieren, overheid en buiten
land, benevens de geld- en goederenmarkten. Op de overige pane
len figureerden de overheids- en particuliere instellingen, die als
tussenpersonen optreden in het economische verkeer, zoals de
nationale bank, de pensioenfondsen, de spaarkassen e.d.
De gevolgen van het optreden van economische subjecten werden
in beeld gebracht door middel van niet minder dan 110 onderlinge
verbindingen tussen lichtbakken in de vorm van lijnen van gekleur-