Het verjaarsfeestje bij mijn jongste broer
Karel was iets uit de hand gelopen. Er
werd te veel gedronken. Karel kan zich dit
permitteren. Hij is een soort manager bij
een bedrijf, waar vooral veel jonge mensen
werken. Hij heeft het verder geschopt dan
zijn oudere broers, hoewel zijn wankele ge-
zondheidstoestand dit nauwelijks toeliet.
Er waren in de grote kamer veel vrouwe-
lijke aanwezigen. Weldra zag ik die kamer
in een vreemd roze licht. De meisjes zag
ik niet meer reeel, doch als onaardse figu-
ren. Wazig. "Er was een langharige student
in de letteren, die een soort referaat hield
over het Zen-Boeddhisme. Lang geleden
volgde ik een cursus daarover, maar heb
alleen onthouden, dat men door middel van
een plotselinge stoot of kreet kan ont-
waken tot een weten, hetwelk niets gemeen
heeft met het westerse weten. Die student
kon ik niet volgen.
Er werd veel gegeten en vooral gedronken
en gegrapjast, waardoor Koning Alcohol
stevig op zijn troon zat en de speciaal
indertijd veelbezongen menselijke ,,waardig-
heid" op een laag pitje stond.
In een andere hoek zat intussen mijn broer
de vrijgezel die na vele ,,liefdes in de knop
gebroken" niets overhield dan zijn prachtige
tuin onophoudelijk uit te weiden over
zijn planten.
Er werd weer ingeschonken. Het midder-
nachtelijke uur was allang voorbij. Na een
nieuwe toast op de jarige, zei de gastvrouw
tot me: „Zeg, jij bent verreweg de oudste
van ons. Vertel nu 's wat. We luisteren".
Het werd stil. Zelfs broer de vrijgezel staak-
te even zijn eeuwig gemurmel over de kin-
deren van Flora.
Eerst hakkelend, later iets vlotter, begon ik,
beneveld door dingen die ik slecht ver-
draag:
,,Geachte aanwezigen. Ik heb niks bijzon-
ders te vertellen. Hier voor zit u een vol-
gens de bank was hij bijna een halve eeuw
aan was verbonden onkreukbaar, be-
trouwbaar persoon. Maar ik verklaar plech-
tig, dat die bank zich vergiste.
Opgevoed en opgegroeid met ontelbare
taboes heeft-ie eigenlijk al die jaren
komedie gespeeld. Er zit nu eenmaal toneel-
bloed in de familie. Is 't niet 'n prestatie,
'n halve eeuw toneelspelen? Zowat vijftig
jaren dag in dag uit braaf met 'n boterham
in een zogenaamde aktentas precies op de
minuut naar het werk te gaan? Terwijl je
in je hart 'n zwerver bent, die het liefst
alles aan z'n laars lapt? Levenslang kroop-ie
in een harnas. Toegegeven: 'n enkele, 'n
heel enkele maal heeft-ie 'n scheve schaats
geslagen, waar-ie volgens de burgermoraal
spijt van behoort te hebben. Maar't gekke
is, dat-ie dat helemaal niet heeft! Integen-
deel. Eerst de laatste tijd is-ie gaan inzien,
hoe de taboes en de moraal van de vorige
eeuw hem hebben beheerst. Hier is veel
jeugd aanwezig, die hij alien aan zijn hart
zou willen drukken! Want zij zijn het, die
de geest van de vorige eeuw hebben dur-
ven doorbreken! Hij waagt het daarom een
dronk uit te brengen op de moderne jeugd.
Leve de jeugd!"
Er klonk luid applaus terwijl ik waggelend
mijn glas hief, dat dadelijk weer werd ge-
vuld. Het meisje naast me, dat ik zeldzaam
lief en mooi vond, vleide: ,,Nog iets, alstu-
blieft".
,,Nee, schone fee. Mijn ziel is een te grote
chaos om meer te zeggen. Nou ja, nog 'n
kleinigheid. Omdat jij geen mens, maar een
engel bent. Ik ben al 'n eind in de zeven-
tig. 'n Week geleden krijg ik 's avonds na
twaalf uur 'n geweldige trek in 'n glas bier.
Mijn vrouw is al naar bed. Ik de straat op.
Een meneer helpt me bij het oversteken
naar de hoek, waar 'n kroeg is. 'n Hossen-
de massa jongelui.
Vrijdagavond. Mijn oog valt op een prach-
tig meisje van nauwelijks twintig. Raven-
zwarte haren en ogen zo fluweeldonker als
een zuidelijke nacht. Ik zweer het je. Ze ziet
me een poos strak aan, maar ik denk als
punctueel gewezen beambte voorzichtig:
niks zeggen. Misschien staat ergens een
vent, die me 'n slag op m'n hersens gaat
verkopen. Ga naar de kastelein, die als 'n
reusachtige vadzige kater achter z'n tap-
kast hangt. Hij zegt: ,,Hier, 'n pils en kalm
an, opa".
Na het pilsje moet ik weer langs dat kind,
dat me nu een lange, lange, lichtende, stra-
lende glimlach schenkt.Als correct per
soon waag ik niets anders dan vereerd te-
rug te lachen. Stel je voor: die stralende
glimlach en die fluweeldonkere ogen voor
14