Ik ben er zeker van dat weinig lezers van ,,Ankertros" ooit van een indianenstam hebben gehoord die de naam draagt van Aymore. Zelfs niet degenen, die in hun jeugd de boeken van Karl May hebben verslonden. De Aymore-stam was een klei- ne volksstam, die in de Braziliaanse pro- vincies Bahia en Espirito Santo leefde en die zich gevestigd had aan de oevers van de rivieren Doce en Pardo. Zij bestond uit indianen van middelbare lengte, met een donker-olijfkleurige huid, dik zwart haar, een groot breed gezicht, dito mond, een sterke romp en hals en dunne armen. Zij waren berucht om hun wreedheid en gevreesd door hun vijanden. Het waren jagers en nomaden. Ze woonden in kleine hutten van ongeveer anderhalve meter hoogte, vervaardigd uit stammen en takken. Zij waren experts in het maken van pijl en boog, stenen bijlen en hangmatten. Geioofden in het bestaan van goede en kwade geesten en waren ervan overtuigd dat de ouderen bij hun dood een metamor- fose ondergingen en veranderd werden in jaguars. Heden ten dage leven er nog maar weinig leden van deze belangrijk^ stam en bijna alien zijn geciviliseerd. De naam Aymore is derhaive zeer populair in Brazilie en werd wellicht daarom geko- zen als benaming van onze financierings- maatschappij, toen deze in 1956 werd opge- richt. Nadat in 1959 het aanvangskapitaal Overzicht van Rio de Janeiro met op de voorgrond het hoge Christusbeeld. AYMORE EN was verhoogd tot 20 miljoen oude cruzeiros, kochten in 1963 de Hollandsche Bank-Unie en de Bank Ultramarino Brasileiro gezamen- lijk de aandelen van Aymore. In februari 1967 werd de maatschappij omgezet in de huidige Banco Aymore de Investimento met een kapitaal van 5 miljard oude cruzeiros, hetgeen thans neerkomt op ca. 3 miljard gulden. In december 1969 namen de Algemene Bank Nederland en de Hollandsche Bank-Unie Aymore helemaal voor hun rekening. Het inschakelen van deze groep was van over- wegend belang voor de uitbreiding en de groei van Aymore en valt samen met de grote ontwikkeling van Brazilie. Een ont- wikkeling, welke begon ten tijde van de revolutie van 1964 en welke aan het land een politieke stabiliteit gaf welke men in 30 jaar niet had gekend. De allereerste maatregel van de revolutio- naire regering was de inflatie, die in 1964 zelfs 86,5 bereikte, te beteugelen. Maat- regeien werden genomen om de drie voor- naamste inflatiehaarden uit te schakelen: het deficit van het budget, de uitbreiding van het krediet en de salarisverhogingen. Om de inflatie te bestrijden koos de rege ring een gradueel systeem en het lukte haar in het kader van deze politiek de inflatie te verminderen tot 20,9 in 1970. Men streeft ernaar dit percentage in de volgende drie jaren te verminderen tot 10 Tussen 1964 en 1970 kon men de volgende verhogingen 10

Personeelsbladen ABN AMRO Art & Heritage

Algemene Bank Nederland - Ankertros | 1971 | | pagina 10